Category Archives: Uncategorized

Explosiegevaar | Mechanische vonken

Explosiegevaar | Mechanische vonken

Ben jij je bewust van de explosieveiligheid binnen je organisatie? Weet jij wat mechanische vonken zijn? En hoe ze kunnen ontstaan? We vragen het niet met de bedoeling om je angst aan te jagen. Wél om bewustwording te creëren. Want één ding kunnen we met zekerheid zeggen: een ongeluk zit in een klein hoekje. De kunst is om explosieve situaties te herkennen en er op een goede manier mee om te gaan. En dat is precies wat wij je willen leren.

Deze keer: mechanische vonken! Waar gewerkt wordt, vallen spaanders. Of komen er in elk geval vaak vonken vrij. Mechanische vonken dus. Door wrijving, stoten of schurende bewerkingen, zoals slijpen, kunnen deeltjes van vaste materialen worden losgemaakt. Deze deeltjes zijn in veel gevallen voldoende energierijk om explosieve stof-luchtmengsels te ontsteken. Of om in afgezet brandbaar stof een smeulproces op gang te brengen, dat vervolgens tot een ontsteking van een stofwolk kan leiden.

Nóg bewuster worden van mogelijke explosiegevaren in jouw omgeving? www.rielexadvies.nl

NPR 3299:2019

NPR 3299:2019

Nieuwe norm voor acculaadstations

Tijdens het opladen van accu’s (let op: niet alle typen accu’s) komt er waterstofgas vrij. Hierdoor is er explosiegevaar bij acculaadstations. In een explosieveiligheidsdocument moeten de laadplekken en/of laadruimten dan ook worden beschreven en tevens moet worden bepaald of er sprake is van een ATEX zone.

In mei 2019 is er een nieuwe versie verschenen van de NPR 3299. In het kader van ATEX komt in bijna ieder bedrijf de NPR 3299 ook aan de orde. Immers in veel bedrijven zijn elektrische voertuigen, zoals heftrucks, veegmachines, stapelaars, etc. aanwezig en de accu’s in deze voertuigen moeten worden opgeladen.

De nieuwe NPR 3299:2019 is meer in lijn gebracht met de internationale norm voor tractiebatterijen, de NEN EN IEC 62485-3:2014. Hieronder een overzicht van de meest belangrijkste veranderingen in het kader van explosieveiligheid:

  • de veiligheidszone boven de batterij is vergroot van 0,5 m naar 0,6 m
  • aanpassing van de formule voor het berekenen van de ventilatie
  • aanpassing voor het bepalen van de laadstroom tijdens de gasfase ter voorkoming van statische elektriciteit dienen de voorschriften uit de NPR-CLC-IEC/TR 60079-32-1 te worden opgevolgd (meer leren hierover zie: online training statische elektriciteit)
  • werkzaamheden zijn alleen toelaatbaar indien is vastgesteld dat de acculader is uitgeschakeld en geborgd tegen onbedoeld inschakelen (LoToTo) (opmerking IAB: in de vorige editie stond dat werkzaamheden alleen worden toegelaten indien de directe omgeving niet explosiegevaarlijk is, het was beter geweest dit te laten staan, immers direct na het uitschakelen en in LoToTo zetten van een acculader is er nog steeds explosiegevaar)
ATEX inspecties

ATEX inspecties

Gecertificeerd ATEX inspecteur

Na een 3 daagse training heb ik mijn certificaat voor ATEX inspecteur ontvangen.

Door het behalen van het certificaat is vastgelegd dat ik bewezen kennis heb over het inspecteren van ATEX apparatuur.
De normen die voor ATEX inspecties gehanteerd worden zijn de NEN-EN-IEC 60079-14 en 60079-17.

Na de installatie van ATEX apparatuur is het verplicht de apparatuur te onderwerpen aan een grondige inspectie voordat deze in gebruikt genomen wordt. De inspectie methoden zijn beschreven in de NEN-EN-IEC 60079-17:2014.

In de praktijk blijkt dat vele ATEX installaties niet correct zijn aangelegd of dat tijdens gebruikt defecten aan de apparaten zijn ontstaan. Door periodieke inspecties zullen deze eventuele gebreken aan het licht moeten komen zodat hierop de juiste acties ondernomen kunnen worden. Om goed te kunnen inspecteren is het noodzakelijk om kennis te hebben van de installatienorm NEN-EN-IEC 60079-14:2014

Wijziging Arbobesluit

Wijziging Arbobesluit

Op 23-01-2020 is het Arbobesluit, artikel 3.5e, gewijzigd.

Als uit de beoordeling van de gevaren in verband met explosieve atmosferen (bedoeld in artikel 3.5c, eerste lid, Arbobesluit) blijkt dat maatregelen nodig zijn, dat moeten die worden genomen. Dit dient schriftelijk te worden vastgelegd in een explosieveiligheidsdocument.

Tevens is in artikel 3.5e Arbobesluit is bepaald dat:
apparaten en beveiligingsmiddelen moeten worden gebruikt overeenkomstig de apparatencategorieën,
zoals bedoeld in het Besluit explosieveilig materieel 2016,
en moeten worden toegepast volgens de beschreven principes, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende gevarenzones.

In de gevarenzone moeten apparaten en beveiligingssystemen worden gebruikt die passend zijn bij de ingedeelde gevarenzone. Voor de gevaarlijkste zone mag uitsluitend apparatuur worden gebruikt die een zeer hoog explosiegevaarbeschermingsniveau biedt. Voor de minder gevaarlijke zones mag alleen apparatuur worden gebruikt van een zeer hoog of hoog explosiegevaarbeschermingsniveau en voor de minst gevaarlijke zone apparatuur van een zeer hoog, hoog of normaal explosiegevaarbeschermingsniveau.

Indien er voor een apparatencategorie géén apparatuur of beveiligingsmiddelen beschikbaar zijn (of niet op een redelijke termijn beschikbaar gaan komen), mag afgeweken worden van de principes, bedoeld in artikel 3.5e, onderdeel e, Arbobesluit. Er moeten dan wel aanvullende maatregelen genomen worden om te zorgen dat het explosiegevaar zoveel mogelijk wordt teruggedrongen. Indien de gebruikers weten dat de apparatuur of beveiligingsmiddelen meer dan één keer gebruikt zullen worden, moeten zij er voor zorgen dat die apparatuur of beveiligingsmiddelen beschikbaar komen. De gebruikers moeten dus bij de fabrikant vragen naar de ontwikkeling van deze apparatuur of beveiligingsmiddelen.